De term budget verwijst naar een schatting van uitgaven en inkomsten over een bepaalde toekomstige periode. Periodiek wordt een begroting opgesteld en opnieuw geëvalueerd. Het is mogelijk om budgetten te maken voor een persoon, een bedrijf, een groep mensen, een familie, een overheid, een land of een multinationale organisatie. Er kunnen ook budgetten worden gemaakt voor elke activiteit waarbij geld wordt verdiend en uitgegeven. Bij organisaties en bedrijven is een begroting een intern instrument dat door het management wordt gebruikt en niet vaak nodig is voor rapportagedoeleinden door externe partijen.
Van een budget kan ook worden gezegd dat het een micro-economisch concept is dat de afweging laat zien die wordt gemaakt wanneer het ene goed wordt ingeruild voor het andere. Afhankelijk van het eindresultaat van de afweging of de bottom line, betekent een overschotbegroting dat er winst wordt verwacht, een tekortbegroting betekent dat de uitgaven de inkomsten zullen overtreffen en een evenwichtige begroting betekent dat de inkomsten naar verwachting gelijk zullen zijn aan de uitgaven.
Enkele van de belangrijkste aandachtspunten met betrekking tot budgettering zijn:
Budgetten zijn een integraal onderdeel van het effectief en efficiënt runnen van elk bedrijf.
Dit proces begint met het vaststellen van aannames voor de komende periode van de begroting. Er bestaat een verband tussen deze veronderstellingen en de verwachte verkooptrends, de algemene economische vooruitzichten van de markt en de kostentendensen. Specifieke factoren die van invloed zijn op mogelijke uitgaven worden aangepakt en gecontroleerd. De publicatie van de begroting gebeurt op een pakket waarin de procedures en normen worden beschreven die bij de ontwikkeling ervan worden gebruikt. Deze omvatten de belangrijkste relaties met leveranciers die kortingen verstrekken, veronderstellingen over de markten en uitleg over hoe specifieke berekeningen zijn gemaakt.
Het verkoopbudget is meestal het eerste dat wordt ontwikkeld, omdat latere onkostenbudgetten niet kunnen worden vastgesteld zonder kennis van toekomstige kasstromen. De ontwikkeling van budgetten gebeurt voor alle verschillende afdelingen in een organisatie, verschillende dochterondernemingen en divisies. Voor het geval van een fabrikant wordt een apart budget ontwikkeld voor arbeid, directe materialen en overhead.
Alle budgetten worden opgerold in het zogenaamde hoofdbudget, dat ook de gebudgetteerde financiële overzichten, een algemeen financieringsplan en prognoses van uitgaande en inkomende kasstromen omvat. Bij een bedrijf wordt het budget beoordeeld door het topmanagement en ter goedkeuring voorgelegd aan de raad van bestuur.
Budgetten zijn van twee hoofdtypen: flexibele budgetten en statische budgetten . Een statisch budget is dat wat onveranderd blijft van de levensduur van het budget, terwijl een flexibel budget datgene is dat een relationele waarde heeft voor specifieke variabelen.
In het statische budget blijven alle cijfers en rekeningen die oorspronkelijk werden berekend hetzelfde, ongeacht de veranderingen die zich voordoen tijdens de budgetteringsperiode. In de flexibele budgetten veranderen de bedragen die worden vermeld op basis van het verkoopniveau, het productieniveau en andere externe economische factoren.
Een persoonsgebonden budget kan ook een ander soort budget zijn. Dit zijn budgetten voor gezinnen of individuen. Over het algemeen is budgettering een geweldig hulpmiddel voor het beheren van uw financiën.