Wat is een ecosysteem?
Het ecosysteem omvat alle levende wezens (planten, dieren en organismen) in een bepaald gebied, die met elkaar in wisselwerking staan, en ook met hun niet-levende omgevingen (weer, aarde, zon, bodem, klimaat en atmosfeer).
Alle energie in het ecosysteem komt van de zon.
Componenten van ecosysteem
Alle organismen leven in een complexe omgeving met abiotische en biotische componenten.
1. Abiotische componenten

De niet-levende componenten van de omgeving zoals water, licht, temperatuur, voedingsstoffen, bodem.
Abiotische componenten kunnen worden onderverdeeld in drie categorieën:
- Fysieke factoren: zonlicht, temperatuur, regenval, vochtigheid en druk. Ze ondersteunen en beperken de groei van organismen in een ecosysteem.
- Anorganische stoffen: Kooldioxide, stikstof, zuurstof, fosfor, zwavel, water, steen, bodem en andere mineralen
- Organische verbindingen: Koolhydraten, eiwitten, lipiden en humusstoffen. Het zijn de bouwstenen van levende systemen en leggen daarmee de link tussen de biotische en abiotische componenten.
2. Biotische componenten

De levende componenten van de omgeving, zoals andere organismen zoals voedsel, andere hulpbronnen of roofdieren.
Biotische componenten zijn verder gegroepeerd in drie categorieën:
- Producenten: De groene planten produceren voedsel voor het hele ecosysteem door middel van fotosynthese. Groene planten worden autotrofen genoemd, omdat ze water en voedingsstoffen uit de bodem en koolstofdioxide uit de lucht opnemen en zonne-energie opnemen voor dit proces.
- Consumenten: ze worden heterotrofen genoemd en ze consumeren voedsel dat door de autotrofen is gesynthetiseerd. Op basis van voedselvoorkeuren kunnen ze worden gegroepeerd in drie brede categorieën. Herbivoren (bijv. koeien, herten en konijnen, enz.) voeden zich rechtstreeks met planten, carnivoren zijn dieren die andere dieren eten (bijv. leeuw, kat, hond, enz.) en alleseters organismen die zich voeden met zowel planten als dieren, bijv. mensen, varkens en mus.
- Afbrekers: Ook wel saprotrofen genoemd. Dit zijn meestal bacteriën en schimmels die zich voeden met dood afgebroken en de dode organische stof van planten en dieren door enzymen buiten hun lichaam af te scheiden op de rottende materie. Ze spelen een zeer belangrijke rol bij het recyclen van voedingsstoffen. Ze worden ook wel detrivores of detritus feeders genoemd.