De oosterse filosofie omvat de ideeën en leringen uit het oostelijke deel van de wereld, zoals China, India, Japan en andere Aziatische landen. Het behandelt veel verschillende manieren van denken over het leven, het universum en hoe we zouden moeten leven. Laten we enkele van de belangrijkste ideeën uit de oosterse filosofie onderzoeken.
Het confucianisme is een filosofie uit China. Het werd begonnen door een man genaamd Confucius. Confucius leerde dat mensen vriendelijk, respectvol en eerlijk moeten zijn. Hij geloofde dat iedereen een rol heeft in de samenleving, zoals een goede student, een goede ouder of een goede leider.
Confucius zei dat we altijd moeten proberen onszelf te leren en te verbeteren. Hij geloofde ook in het belang van familie en het respecteren van onze ouderen. Je ouders helpen met klusjes en naar hun advies luisteren, zijn bijvoorbeeld manieren om respect te tonen.
Taoïsme is een andere filosofie uit China. Het werd gestart door een man genaamd Laozi. Het taoïsme leert dat we in harmonie met de natuur moeten leven en de natuurlijke gang van zaken moeten volgen, de 'Tao' genoemd.
Een van de belangrijkste ideeën in het taoïsme is ‘wu wei’, wat ‘doen zonder doen’ betekent. Dit betekent dat we dingen niet moeten forceren, maar ze op een natuurlijke manier moeten laten gebeuren. Als je bijvoorbeeld een puzzel probeert op te lossen, is het soms beter om te ontspannen en de oplossing naar je toe te laten komen in plaats van te hard je best te doen.
Het boeddhisme begon in India met een man genaamd Siddhartha Gautama, ook wel bekend als de Boeddha. Het boeddhisme leert dat het leven vol lijden is, maar we kunnen dit overwinnen door het 'Achtvoudige Pad' te volgen.
Het Achtvoudige Pad omvat het juiste begrip, de juiste gedachte, de juiste spraak, het juiste handelen, het juiste levensonderhoud, de juiste inspanning, de juiste aandacht en de juiste concentratie. Door deze stappen te volgen, kunnen we vrede en geluk vinden.
Juiste spraak betekent bijvoorbeeld dat we altijd vriendelijk en eerlijk tegen anderen moeten spreken. Dit helpt ons goede relaties op te bouwen en conflicten te vermijden.
Het Hindoeïsme is een filosofie en religie uit India. Het leert dat er één opperwezen is, Brahman genaamd, dat in alles aanwezig is. Hindoes geloven in reïncarnatie, wat betekent dat we na onze dood opnieuw geboren worden in een nieuw lichaam.
Het hindoeïsme leert ook over karma, wat betekent dat onze daden gevolgen hebben. Als we goede dingen doen, zullen er goede dingen met ons gebeuren, en als we slechte dingen doen, zullen er slechte dingen met ons gebeuren. Als u bijvoorbeeld een vriend helpt, zult u merken dat anderen eerder bereid zijn u in ruil daarvoor te helpen.
Zenboeddhisme is een vorm van boeddhisme die in China begon en zich later naar Japan verspreidde. Het richt zich op meditatie en mindfulness. Zen leert dat we verlichting kunnen vinden, of een diep begrip van het leven, door volledig aanwezig te zijn in het moment.
Eén manier om Zen te beoefenen is door middel van meditatie. Dit betekent rustig zitten en je concentreren op je ademhaling. Door dit te doen, kun je je geest kalmeren en je meer bewust worden van je gedachten en gevoelens.
Shinto is een traditionele religie uit Japan. Het leert dat alles in de natuur, zoals bomen, rivieren en bergen, een geest heeft die 'kami' wordt genoemd. Shinto-volgelingen geloven in het respecteren en eren van deze geesten.
Mensen kunnen bijvoorbeeld een heiligdom bezoeken om te bidden en offers te brengen aan de kami. Ze vieren misschien ook festivals om hun respect voor de natuur en de geesten te tonen.
De oosterse filosofie biedt veel verschillende manieren om na te denken over het leven en hoe we zouden moeten leven. Door over deze ideeën te leren, kunnen we nieuwe manieren vinden om onszelf en de wereld om ons heen te begrijpen.