Het gewicht van een object heeft een relatie met de hoeveelheid kracht die op een lichaam inwerkt als gevolg van de zwaartekracht of een reactiekracht die het op zijn plaats houdt. Een veerweegschaal is het instrument dat wordt gebruikt om het gewicht van objecten te meten. Het gebruikelijke symbool voor gewicht is W. de SI-eenheid voor gewicht die wordt herkend door de internationale systeemeenheid is newton, weergegeven door N. Andere eenheden zoals ponden kunnen worden gebruikt.
Gewicht wordt soms gedefinieerd als een vectorgrootheid, de zwaartekracht die op een object inwerkt. Gewicht wordt soms gedefinieerd als scalaire hoeveelheid, de grootte van de zwaartekracht. Het kan ook worden gedefinieerd als de grootte van de reactiekracht die op een object wordt uitgeoefend door mechanismen die het op zijn plaats houden. De hoeveelheid gemeten door een veerweegschaal is het gewicht. In een staat van vrije val kan het gewicht nul zijn. In deze gewichtsverklaring zouden aardse objecten geen gewicht hebben. Als de luchtweerstand wordt genegeerd, kan een mango die van de top van een boom valt, gewichtloos zijn.
De maateenheid voor gewicht is dezelfde als die van kracht die newton is. Voorbeeld: een lichaam met 1 kilogram massa heeft 9,8 newton op het aardoppervlak. Het is ongeveer een zesde op het maanoppervlak.
Er zijn complicaties die voortvloeien uit gewichtsconcepten die te maken hebben met de relativiteitstheorie, waarin wordt uitgelegd dat zwaartekracht een gevolg is van de kromming van de ruimtetijd.
Bewegingswetten van Newton en universele zwaartekracht leidden tot meer ontwikkelingen van het gewichtsconcept. Gewicht is iets anders dan massa. Massa werd beschreven als de fundamentele eigenschap van objecten, gekoppeld aan hun traagheid. Er werd beschreven dat het gewicht aan de andere kant verband houdt met de zwaartekracht op een lichaam en dus afhankelijk is van de context van het object. Over het algemeen werd gedacht dat gewicht relatief was ten opzichte van een ander object dat de zwaartekracht veroorzaakte. Voorbeeld: het gewicht van de aarde naar de zon.
De meest gebruikelijke gewichtsdefinitie is de kracht die door de zwaartekracht op een object wordt uitgeoefend. Dit wordt weergegeven door de volgende formule: W = mg, W staat voor gewicht, m voor massa en g voor zwaartekrachtversnelling. Het gewicht weergegeven door W is gelijk aan de grootte van de zwaartekracht van het lichaam.
De versnelling als gevolg van de zwaartekracht verandert met verschillende plaatsen. Soms wordt een standaardwaarde genomen van 9,80665m/s^2 die wordt gebruikt om het standaardgewicht te krijgen. Een kracht met een grootte gelijk aan mg newton kan ook m kilogramgewicht worden genoemd.
Een veerweegschaal wordt gebruikt bij het meten van het gewicht door te kijken in hoeverre het lichaam op de veer drukt. Een lichaam zou een lagere waarde hebben op de maan. Een weegschaal wordt gebruikt voor het indirect meten van massa door vergelijking van een lichaam met referenties.