Google Play badge

motivatie


Motivatie beschrijft de wensen of behoeften die het gedrag naar een doel sturen. Het is een drang om zich te gedragen of te handelen op een manier die voldoet aan bepaalde voorwaarden, zoals wensen, verlangens of doelen.

AANDRIJVINGEN EN MOTIEVEN

Motivaties worden vaak onderverdeeld in drijfveren en motieven.

DRIE COMPONENTEN VOOR MOTIVATIE

Er zijn drie componenten van motivatie:

Richting wijst de weg, maar inspanning zorgt voor momentum en doorzettingsvermogen bepaalt hoe ver de verandering wordt doorgevoerd. Deze drie componenten zijn geschikt om de mate van motivatie van een persoon of team te beschrijven.

Er zijn twee soorten factoren die de motivatie beïnvloeden:

THEORIEN VAN MOTIVATIE

I. (INHOUD) THEORIEN NODIG

1.1 De behoeftehiërarchie van Maslow

  1. Zelfrealisatie
  2. Achting
  3. Liefde/erbij horen
  4. Veiligheid
  5. fysiologisch

Een individu gaat de treden van de hiërarchie op. Behoeften van "lagere orde" worden extern bevredigd, dat wil zeggen fysiologisch en veiligheid, terwijl behoeften van "hogere orde" intern worden bevredigd, dat wil zeggen sociaal, achting en zelfverwezenlijking.

1.2 De ERG-theorie van Alderfer

Deze theorie hercategoriseert Maslow's hiërarchie van behoeften in drie eenvoudigere en bredere groepen:

1.3 De behoeften van McClelland

David McClelland stelde de behoeften/prestatie-motivatietheorie voor - deze stelt dat menselijk gedrag wordt beïnvloed door drie behoeften:

1.4 Herzbergs twee-factorenmodel

Er zijn een aantal factoren die tot tevredenheid leiden en een aantal factoren die juist ontevredenheid voorkomen. Volgens Herzberg is het tegenovergestelde van bevrediging geen bevrediging; en het tegenovergestelde van ontevredenheid is geen ontevredenheid.

II. PROCES COGNITIEVE THEORIEN

2.1 Verwachtingstheorie door Vroom

Het stelt dat de intensiteit van een neiging om op een bepaalde manier te presteren afhankelijk is van de intensiteit van de verwachting dat de uitvoering zal worden gevolgd door een bepaald resultaat en van de aantrekkingskracht van het resultaat op het individu.

2.2 Doelstellingstheorie door Edwin Locke

Deze theorie stelt dat het stellen van doelen in wezen gekoppeld is aan taakuitvoering. Het stelt dat specifieke en uitdagende doelen samen met passende feedback bijdragen aan hogere en betere taakuitvoering. Duidelijke, bijzondere en moeilijke doelen zijn een grotere motiverende factor dan gemakkelijke, algemene en vage doelen. Deelname aan het stellen van doelen is belangrijk en doelen moeten worden overeengekomen. Zolang ze worden geaccepteerd, leiden veeleisende doelen tot betere prestaties dan gemakkelijke doelen.

2.3 Versterkingstheorie door Skinner

Het stelt dat het gedrag van een individu een functie is van de gevolgen ervan. Het is gebaseerd op de wet van het effect, dat wil zeggen dat het gedrag van een individu met positieve gevolgen de neiging heeft om te worden herhaald, maar het gedrag van een individu met negatieve gevolgen wordt meestal niet herhaald.

2.4 Aandelentheorie door Adams

De basiscomponenten van de gelijkheidstheorie zijn inputs, resultaten en referenten. Na een interne vergelijking waarin medewerkers hun uitkomsten vergelijken met hun input, maken ze vervolgens een externe vergelijking waarin ze hun O/I-ratio vergelijken met de O/I-ratio van een referent, een persoon die in een vergelijkbare functie werkt of anderszins vergelijkbaar.

Verhouding Perceptie vergelijking
O/I a < O/I b Onderbeloond (aandelenspanning)
O/I a = O/I b Eigen vermogen
O/I a > O/I b Overbeloond (aandelenspanning)

III. ANDERE POPULAIRE THEORIEN

Gedragstheorie (Skinner): gedrag wordt geleerd uit ervaring, leren vindt vooral plaats door middel van bekrachtiging.

Sociale leertheorie (Bandura) stelt het belang van versterking als een determinant van toekomstig gedrag, het belang van interne psychologische factoren, met name verwachtingen.

Attributietheorie (Gast) verklaring van prestaties nadat we veel moeite en motivatie in een taak hebben gestoken; 4 soorten verklaringen: bekwaamheid, inspanning, moeilijkheidsgraad van de taak en geluk; motivatie hangt af van de factor die wordt gebruikt om succes of falen te verklaren.

Rolmodellering: mensen kunnen gemotiveerd zijn als ze de kans krijgen om hun eigen gedrag te modelleren naar een 'rolmodel', dat wil zeggen iemand met een werk- of leiderschapsstijl als inspiratie en positief voorbeeld.

Download Primer to continue