Google Play badge

camera


Inleiding tot camera's en optica

In deze les verkennen we de fascinerende wereld van camera's en hun relatie met optica, de tak van de natuurkunde die zich bezighoudt met de studie van licht. Camera's, zowel digitaal als analoog, vangen licht op om beelden te creëren, en het begrijpen van de principes van optica kan ons begrip van hoe camera's werken vergroten.

Basisconcepten van optica

Optica is een tak van de natuurkunde die zich bezighoudt met het gedrag en de eigenschappen van licht, inclusief de interactie met materie. Voordat we ingaan op de manier waarop camera's optica gebruiken om beelden vast te leggen, laten we eerst eens kijken naar enkele sleutelconcepten in de optica:

De camera: een overzicht

In de kern is een camera een optisch instrument dat licht opvangt om een ​​beeld te vormen. De belangrijkste componenten van een camera zijn de body, lens, sluiter, diafragma en beeldsensor (of film in traditionele camera's).

Lenzen en brandpuntsafstand

De lens is misschien wel het meest kritische onderdeel van een camera. Het verzamelt en focust licht op de beeldsensor of film om een ​​beeld te creëren. De brandpuntsafstand van een lens, meestal gemeten in millimeters (mm), bepaalt de beeldhoek (hoeveel van de scène wordt vastgelegd) en de vergroting van het beeld. Lenzen kunnen worden gecategoriseerd als:

Diafragma en scherptediepte

Het diafragma is de opening in de lens waardoor licht valt. Het wordt gekwantificeerd met behulp van f-getallen (bijv. f/2.8, f/8), waarbij lagere getallen een groter diafragma aangeven. Dankzij een groter diafragma kan meer licht de beeldsensor bereiken, waardoor deze handig is bij weinig licht. Het diafragma heeft ook invloed op de scherptediepte , de omvang van de scène die scherp in beeld is. Een groot diafragma (bijvoorbeeld f/2.8) creëert een geringe scherptediepte, waarbij scherp wordt gesteld op het onderwerp terwijl de achtergrond onscherp wordt.

Sluitertijd

De sluiter bepaalt hoe lang de sensor of film van de camera aan licht wordt blootgesteld. De sluitertijd wordt gemeten in seconden of fracties van een seconde. Korte sluitertijden (bijvoorbeeld 1/1000ste van een seconde) bevriezen beweging, terwijl lange sluitertijden (bijvoorbeeld 1 seconde) een bewegingsonscherpte-effect kunnen creëren, waardoor de beweging van objecten wordt geïllustreerd.

Het beeld waarnemen: film- en digitale sensoren

In traditionele filmcamera's legt lichtgevoelige film het beeld vast. Bij digitale camera's wordt deze rol gespeeld door een beeldsensor, doorgaans een CCD- (charge-coupled device) of CMOS-sensor (complementary metal-oxide-semiconductor). De sensor zet licht om in elektrische signalen om digitale beelden te produceren.

Experimenteren met licht en lenzen

Om beter te begrijpen hoe lenzen de manier beïnvloeden waarop we beelden vastleggen, kun je dit eenvoudige experiment overwegen:

  1. Neem een ​​vergrootglas en een stuk papier.
  2. Houd op een zonnige dag het vergrootglas boven het papier en pas de afstand aan totdat u het punt vindt waarop het zonlicht op de kleinst mogelijke plek is geconcentreerd. Dit punt staat bekend als het brandpunt.
  3. Observeer de intensiteit van het licht in het brandpunt. Dit laat zien hoe lenzen licht kunnen concentreren, een principe dat camera's gebruiken om heldere, heldere beelden te vormen.
Conclusie

Het begrijpen van de principes van de optica is essentieel om te begrijpen hoe camera's werken. Van de manier waarop lenzen licht focusseren om beelden te creëren, tot het gebruik van diafragma en sluitertijd om de belichting te regelen: optica speelt een cruciale rol in fotografie. Door deze concepten toe te passen kunnen fotografen licht en perspectief manipuleren om de gewenste resultaten te bereiken, waarbij ze momenten in de tijd vastleggen door de lens van een camera.

Download Primer to continue