Sprookjes zijn een boeiend literatuurgenre dat de essentie van het vertellen van verhalen belichaamt. Het zijn een soort korte verhalen met magische en fantastische elementen, die vaak morele of maatschappelijke lessen overbrengen door middel van allegorie en symboliek. Deze les gaat in op de kenmerken, oorsprong en betekenis van sprookjes binnen de bredere categorieën literatuur, fictie en de vorm van korte verhalen.
Sprookjes hebben wortels diep in de geschiedenis van het vertellen van menselijke verhalen en gaan terug tot mondelinge tradities voordat ze ooit werden opgeschreven. Deze verhalen waren aanvankelijk net zo goed bedoeld voor een volwassen publiek als voor kinderen. Naarmate ze werden verzameld, verfijnd en gepubliceerd, raakten sprookjes in de loop van de tijd steeds meer in verband met kinderliteratuur.
De gebroeders Grimm in Duitsland, Charles Perrault in Frankrijk en Hans Christian Andersen in Denemarken behoren tot de meest opmerkelijke verzamelaars en hervertolkers van sprookjes in de 18e en 19e eeuw. Hun collecties hebben verhalen als 'Assepoester', 'Doornroosje', 'Roodkapje' en 'Het lelijke eendje' vereeuwigd.
Sprookjes hebben een aantal gemeenschappelijke kenmerken waardoor ze zich onderscheiden van andere literaire genres:
Sprookjes zijn om verschillende redenen belangrijk:
Moderne bewerkingen van sprookjes hebben de traditionele grenzen van het genre verkend en uitgebreid. Auteurs en filmmakers hebben klassieke sprookjes opnieuw vormgegeven in hedendaagse contexten, waarbij ze thema’s als gender, macht en identiteit vaak explicieter onderzoeken dan hun voorgangers. Romans als 'Ella Enchanted' van Gail Carson Levine en films als 'Shrek' bieden bijvoorbeeld een frisse kijk op klassieke verhalen, waarbij traditionele rolmodellen en morele lessen worden uitgedaagd.
Sprookjes zijn een tijdloos en dynamisch genre dat het publiek over de hele wereld blijft boeien en betoveren. Van hun oorsprong in de orale traditie tot hun plaats in de moderne literatuur en film bieden sprookjes zowel een venster op de waarden en angsten van culturen uit het verleden als een spiegel die de voortdurende fascinatie van de hedendaagse samenleving voor het magische, het morele en het fantastische weerspiegelt. Naarmate ze evolueren, herinneren sprookjes ons aan de blijvende kracht van het vertellen van verhalen om te verhelderen, te entertainen en te onderwijzen.