In deze les leren we over de belangrijke gebeurtenissen die plaatsvonden van de monarchie tot Napoleon.
De belangrijkste punten die in deze les aan bod komen zijn:
De Amerikaanse Revolutie inspireerde de mensen in Frankrijk tot een eigen revolutie. In de 17e en 17e eeuw had Frankrijk een absolute monarchie of goddelijk-rechtse monarchie, wat betekende dat koningen dachten dat ze hun macht van God ontvingen, niet van het volk. De heersers, zoals Lodewijk XVI en Lodewijk XV, gaven veel geld uit aan oorlogen en hun extravagante levensstijl. Dit maakte mensen ongelukkig.
Er waren drie hoofdoorzaken van de Franse Revolutie.
1. Oneerlijke sociale klassen/verdelingen - De Franse samenleving was verdeeld in drie grote standen, waarbij iedereen tot één standen behoorde.
- Bourgeoisie - Leden van de middenklasse zoals handelaars, bankiers, artsen, advocaten en leraren
- Stadsarbeiders - Mensen zoals ambachtslieden, arbeiders en bedienden
- Boeren - Mensen die arm waren en de laagste van de samenleving waren en 80% van dit landgoed vormden
2. Overheidsschuld – De koning en koningin gaven geld uit aan luxe, feesten en dure oorlogen. Door deze buitensporige uitgaven kwam het land in de schulden. De koning vroeg de eerste en tweede stand om belasting te betalen en zij weigerden. Het land blijft zich in oncontroleerbare schulden belanden.
3. Het leven was slecht in Frankrijk voor de derde stand – Voedsel was schaars en duur. Een brood kost meer dan een dagloon. De winter was extreem koud. De mensen waren koud en uitgehongerd, en velen waren werkloos. De leden van de derde stand hadden er eindelijk genoeg van. Ze waren klaar om ideeën van filosofen te gebruiken om in opstand te komen tegen hun oneerlijke koning en hun regering te veranderen.
De Staten-Generaal was het wetgevende orgaan van Frankrijk tot aan de Franse Revolutie. De koning zou een vergadering van de Staten-Generaal bijeenroepen als hij advies wilde over bepaalde kwesties. Op 5 mei 1789, Louis XVI riep een vergadering van de Staten-Generaal te zijn voorstellen tot stijgingen belastingen afleggen om de financiële problemen op te lossen.
In de Staten-Generaal werd in het verleden gestemd volgens het principe dat elke stand één stem had en deze keer werd dezelfde praktijk voortgezet. Maar leden van de derde stand eisten individueel stemrecht, waarbij elk lid één stem zou hebben. Na de afwijzing van dit voorstel door de koning liepen leden van de derde stand uit protest de vergadering uit.
De derde stand besloot uiteindelijk om afzonderlijk bijeen te komen, aangezien er niets was bereikt tijdens de laatste vergadering van de Staten-Generaal in het paleis van Versailles. De koning en de leden van de eerste en tweede stand overtroffen altijd hun stemmen en de derde stand had geen inspraak in wat er in Frankrijk gebeurde. De derde stand scheidde zich af en noemde zichzelf de Nationale Vergadering en begon te werken aan een nieuwe grondwet voor Frankrijk.
De leden van de derde stand bestormden een gevangenis in Frankrijk (de Bastille). Deze gebeurtenis markeerde het begin van de revolutie. Deze gebeurtenis wordt de Val van de Bastille of Bestorming van de Bastille genoemd. De val van de Bastille is een belangrijke mijlpaal in de geschiedenis van de Franse Revolutie. Frankrijk vierde 14 juli 1789 als de Onafhankelijkheidsdag.
De Nationale Vergadering schreef een grondwet, de Verklaring van de Rechten van de Mens en de Burger, waarin stond dat de macht van de regering van het volk kwam, niet van de koning. Dit wordt volkssoevereiniteit genoemd. Deze grondwet nam ook de bevoegdheden van de geestelijkheid en de adel weg en veranderde de Franse regering in een constitutionele monarchie.
Lodewijk XVI erkende uiteindelijk de Nationale Vergadering en aanvaardde de grondwet.
In 1792 werd de Franse monarchie afgeschaft en werd Frankrijk een republiek die de principes van vrijheid, gelijkheid en broederschap handhaafde. Er werd een voorlopige regering gevormd.
In 1793 kwam de uitvoerende macht in handen van radicalen en zij richtten een nieuwe regering op, de Nationale Conventie. De Nationale Conventie had 2 groepen:
De Bergen of Jacobijnen namen de Nationale Conventie over.
Koning Lodewijk werd berecht in de rechtbank. Hij werd geëxecuteerd onder de guillotine (een apparaat dat het hoofd van een slachtoffer afhakt).
Kort na de executie van de koning richtte de Nationale Conventie het Comité voor Openbare Veiligheid op om het land te besturen. Dit bestuursorgaan kwam al snel onder de controle van een radicalistische advocaat genaamd Maximilien Robespierre. Hij veroordeelde iedereen met de guillotine ter dood waarvan hij dacht dat hij tegen de revolutie was. Zijn periode van macht staat bekend als de Reign of Terror. Tijdens de Reign of Terror doodde hij meer dan 40.000 mensen, waaronder koningin Marie Antoinette en kinderen. Uiteindelijk werd het Franse volk moe van alle moorden en executeerde Robespierre.
Na het doden van Robespierre werd een nieuwe regering opgericht door leiders uit de middenklasse, de Directory. Dit was de laatste groep die aan de macht kwam en het was een raad van vijf man. De Directory maakt een einde aan de revolutie.
Tijdens deze periode maakte Frankrijk grote onrust door vanwege een gebrek aan efficiënt bestuur. De directeuren waren afhankelijk van het militaire genie van Napoleon om de Europese coalitie te bestrijden en het vertrouwen van het volk te winnen. Napoleon vond zichzelf populair en wierp de Directory omver. In december 1804 riep Napoleon zichzelf uit tot "Keizer van de Fransen". De juridische sluier van het republicanisme viel weg.