Er zijn verschillende economieën over de hele wereld. Elk heeft zijn eigen unieke kenmerken. In deze les behandelen we de verschillende kenmerken van de volgende vier verschillende economische systemen:
Tradities en overtuigingen beïnvloeden traditionele systemen
Een gecentraliseerd gezagsbevelsysteem
Krachten van vraag en aanbod beïnvloeden het marktsysteem
Gemengde economieën zijn een combinatie van commando- en marktsystemen
Het is de basis en oudste van de vier typen. Het is gebaseerd op goederen, diensten en werk. Het is afhankelijk van veel mensen en er is weinig taakverdeling of specialisatie.
Sommige delen van de wereld functioneren nog steeds met een traditioneel economisch systeem. Het wordt vaak aangetroffen in landelijke omgevingen in landen van de tweede en derde wereld, waar de economische activiteiten voornamelijk landbouw of andere traditionele inkomstengenererende activiteiten zijn.
Er zijn meestal zeer weinig middelen om te delen in gemeenschappen met traditionele economische systemen. Ofwel komen er van nature weinig hulpbronnen in de regio voor, of de toegang ertoe is op de een of andere manier beperkt. Het traditionele systeem heeft dus, in tegenstelling tot de andere drie, niet het potentieel om een overschot te genereren. Toch is het traditionele economische systeem zeer duurzaam. Bovendien is er door de kleine output zeer weinig verspilling in vergelijking met de andere drie systemen.
In een commandosysteem is er een dominante, gecentraliseerde autoriteit, meestal de overheid die een aanzienlijk deel van de economische structuur controleert. Ook bekend als een gepland systeem, is het commando-economische systeem gebruikelijk in communistische samenlevingen, aangezien productiebeslissingen voorbehouden zijn aan de overheid. Als een economie toegang heeft tot veel hulpbronnen, is de kans groot dat deze neigt naar een commando-economische structuur. In zo'n geval komt de overheid binnen en oefent ze controle uit over de middelen. Idealiter omvat gecentraliseerde controle waardevolle hulpbronnen zoals goud of olie. Het volk regelt andere, minder belangrijke sectoren van de economie, zoals de landbouw.
In theorie werkt het commandosysteem heel goed zolang de centrale autoriteit de controle uitoefent met het belang van de algemene bevolking voor ogen. Beveleconomieën zijn echter rigide in vergelijking met andere systemen. Ze reageren traag op veranderingen omdat de macht gecentraliseerd is. Dat maakt ze kwetsbaar voor economische crises of noodsituaties, omdat ze zich niet snel kunnen aanpassen aan veranderde omstandigheden.
China en Noord-Korea zijn voorbeelden van commando-economieën.
Markteconomische systemen zijn gebaseerd op het concept van vrije markten. Met andere woorden, er is zeer weinig bestuurlijke inmenging. De overheid oefent weinig controle uit over hulpbronnen en bemoeit zich niet met belangrijke segmenten van de economie. In plaats daarvan komt de regulering van de mensen en de relatie tussen vraag en aanbod. Dit is het tegenovergestelde van hoe een commando-economie werkt, waar de centrale overheid de winst mag houden.
Een puur marktsysteem bestaat niet echt omdat alle economische systemen onderhevig zijn aan een of andere vorm van inmenging van een centrale autoriteit. De meeste regeringen vaardigen bijvoorbeeld wetten uit die eerlijke handel en monopolies reguleren. In theorie faciliteert een markteconomie substantiële groei.
Het grootste nadeel van een markteconomie is dat het particuliere entiteiten in staat stelt veel economische macht te vergaren, vooral degenen die over waardevolle middelen beschikken. De verdeling van middelen is niet billijk, omdat degenen die economisch slagen, de meeste ervan beheersen.
Historisch gezien wordt Hong Kong beschouwd als een voorbeeld van een vrijemarktmaatschappij.
Gemengde systemen combineren de kenmerken van de markt en sturen economische systemen aan. Om deze reden worden gemengde systemen ook wel dual-systemen genoemd. Soms wordt de term gebruikt om een marktsysteem onder strikte regelgevende controle te beschrijven.
Een gemengd systeem combineert de beste eigenschappen van markt- en commandosystemen. De meeste industrieën zijn privé, terwijl de rest, bestaande uit openbare diensten (bijvoorbeeld defensie, spoorwegen, transport en andere gevoelige industrieën) onder de controle van de overheid staat.
Gemengde economieën zijn wereldwijd de norm. India en Frankrijk zijn bijvoorbeeld gemengde economieën.