Google Play badge

natuurlijke selectie en aanpassing


Charles Darwin, een Britse natuuronderzoeker, stelde de theorie van biologische evolutie door natuurlijke selectie voor. Vóór Darwin geloofde men dat soorten niet verwant en onveranderd zijn sinds het moment van hun ontstaan. In de jaren 1850 schreef hij een boek genaamd The Origin of Species, waarin hij twee zeer belangrijke ideeën over evolutie en natuurlijke selectie naar voren bracht.

leerdoelen

In deze les leren we over

Darwin en zijn observaties

Tijdens een expeditie observeerde Darwin interessante patronen in de verspreiding en kenmerken van vinken op de Galapagos-eilanden voor de kust van Ecuador. Hij ontdekte dat er vergelijkbare maar niet-identieke soorten vinken leven op de nabijgelegen eilanden in de Galapagos. Hij merkte op dat elke vinkensoort zeer geschikt was voor zijn omgeving en rol, bijvoorbeeld soorten die insecten aten hadden dunne, scherpe snavels, terwijl de soorten die grote zaden aten grote, taaie snavels hebben. Hij betoogde dat het bestaan van verschillende soorten op elk eiland te wijten is aan het feit dat de vinken zich gedurende vele generaties en een lange periode zouden hebben aangepast aan de lokale omstandigheden.

Evolutie

Darwin stelde voor dat alle soorten afkomstig zijn van een gemeenschappelijke voorouder, maar dat hun erfelijke (genetische) eigenschappen gedurende zeer lange tijd veranderen. Dit proces staat bekend als 'afdaling met modificatie'.

Natuurlijke selectie

Natuurlijke selectie is het mechanisme waarmee soorten evolueren om te overleven en te gedijen in hun directe omgeving. Omdat de middelen beperkt zijn, zullen alleen degenen met erfelijke eigenschappen overleven en zich voortplanten, waardoor er meer nakomelingen achterblijven dan hun leeftijdsgenoten. Dit zorgt ervoor dat de eigenschappen in de loop van generaties in frequentie toenemen.

Natuurlijke selectie kan een soort op kleine manieren veranderen, waardoor een populatie in de loop van meerdere generaties van kleur of grootte verandert. Dit wordt "micro-evolutie" genoemd.

Over langere perioden stapelen zich genoeg veranderingen op om geheel nieuwe soorten te creëren. Dit staat bekend als "macro-evolutie". Dit is verantwoordelijk voor de evolutie van mensen uit de voorouders van apen.

Een andere door Darwin beschreven vorm van natuurlijke selectie was 'seksuele selectie', wat zegt dat natuurlijke selectie afhangt van het succes van een organisme bij het aantrekken van een partner. Eigenschappen zoals het gewei van mannelijke herten en het kleurrijke verenkleed van pauwen evolueren onder seksuele selectie.

Darwins proces van natuurlijke selectie bestaat uit vier componenten:
  1. Variatie. Organismen binnen populaties vertonen individuele variatie in uiterlijk en gedrag. Deze variaties kunnen betrekking hebben op lichaamsgrootte, haarkleur, gezichtsmarkeringen, stemeigenschappen of een aantal nakomelingen. Aan de andere kant vertonen sommige eigenschappen weinig tot geen variatie tussen individuen, bijvoorbeeld het aantal ogen bij gewervelde dieren.
  2. Erfenis. Sommige eigenschappen worden consequent doorgegeven van ouder op nageslacht. Dergelijke eigenschappen zijn erfelijk, terwijl andere eigenschappen sterk worden beïnvloed door omgevingsfactoren en een zwakke erfelijkheidsgraad vertonen.
  3. Een hoge bevolkingsgroei. De meeste populaties krijgen elk jaar meer nakomelingen dan de lokale hulpbronnen kunnen ondersteunen, wat leidt tot een strijd om hulpbronnen. Elke generatie ervaart aanzienlijke sterfte.
  4. Differentiële overleving en reproductie. Individuen die eigenschappen bezitten die geschikt zijn voor de strijd om lokale hulpbronnen, zullen meer nakomelingen aan de volgende generatie bijdragen.

Aanpassing

Een aanpassing is een kenmerk dat de overleving of reproductie van organismen die het dragen verbetert, in vergelijking met alternatieve karaktertoestanden. Het is een eigenschap die is ontstaan door natuurlijke selectie. Leden van een populatie worden beter aangepast aan bepaalde kenmerken van hun omgeving door de verandering in een kenmerk dat hun overleving en reproductie beïnvloedt.

Download Primer to continue