Alle levende wezens hebben energie nodig om te kunnen leven. Deze energie halen ze uit voedsel. Maar heb je ooit planten voedsel zien eten? Hoe komen ze dan aan hun energie? Planten krijgen hun energie via een proces dat fotosynthese wordt genoemd en waarmee ze hun voedsel kunnen maken. Lees verder om meer te weten te komen over dit interessante onderwerp.
In deze les gaan we het volgende leren
Fotosynthese is een proces waarbij fototrofen lichtenergie omzetten in chemische energie, die wordt gebruikt om cellulaire activiteiten te voeden. Het neemt de chloroplasten op via pigmenten zoals chlorofyl a, chlorofyl b, caroteen en xanthofyl.
Alle groene planten en een paar andere autotrofe organismen zijn afhankelijk van fotosynthese om koolstofdioxide, water en zonlicht te gebruiken om voedingsstoffen te synthetiseren. Zuurstof is het bijproduct van fotosynthese.
Net als groene planten voeren ook enkele andere organismen fotosynthese uit. Deze omvatten prokaryoten zoals paarse bacteriën, cyanobacteriën en groene zwavelbacteriën.
Fotosynthesereactie kan worden weergegeven als:
Fotosynthese is essentieel voor het bestaan van al het leven op aarde. Het speelt een belangrijke rol in de voedselketen. Het stelt planten in staat om op deze manier hun voedsel te creëren, waardoor ze primaire producenten worden.
Bij fotosynthese komt er ook zuurstof vrij in de atmosfeer. Zuurstof is nodig voor de meeste organismen om te overleven.
Fotosynthese vindt plaats in bladgroenkorrels in planten en blauwalgen. Alle groene delen van een plant, inclusief de groene stengels, groene bladeren en kelkblaadjes, bevatten chloroplasten.
Chloroplasten zijn alleen aanwezig in plantencellen en bevinden zich in de mesofylcellen van bladeren.
Bij fotosynthese reageren koolstofdioxide en water om twee producten te vormen, namelijk zuurstof en glucose. Dit is een endotherme reactie.
In tegenstelling tot planten produceren niet alle bacteriën zuurstof als bijproduct van fotosynthese. Bacteriën die geen zuurstof produceren als bijproduct van fotosynthese worden anoxygene fotosynthetische bacteriën genoemd. Bacteriën die zuurstof produceren als bijproduct van de fotosynthese worden zuurstofrijke fotosynthesebacteriën genoemd.
Er zijn vier verschillende soorten pigmenten aanwezig in bladeren:
Op cellulair niveau vindt het fotosyntheseproces plaats in celorganellen die chloroplasten worden genoemd. Deze organellen bevatten een groengekleurd pigment, chlorofyl genaamd, dat verantwoordelijk is voor de karakteristieke groene kleur van de bladeren.
Structureel bestaat een blad uit bladsteel, epidermis en een lamina. De lamina wordt gebruikt voor de absorptie van zonlicht en koolstofdioxide tijdens fotosynthese.
Het proces van fotosynthese vindt plaats in twee fasen:
De chemische vergelijking in de lichtreactie van fotosynthese kan worden teruggebracht tot:
2H 2 O + 2NADP + 3ADP + 3Pi = O 2 + 2NADPH + 3ATP
De chemische vergelijking voor de donkerreactie is
3CO 2 + 6NADPH + 5H 2 O + 9ATP = G3P + 2H + 6NADP + 9ADP +8Pi
(Waar G3P glyceraldehyde-3-fosfaat is)