Google Play badge

fossielen


Een fossiel zijn de bewaarde overblijfselen of afdrukken van een levend organisme zoals een plant, dier of insect. Sommige fossielen zijn erg oud. Voorbeelden zijn botten, schelpen, exoskeletten, steenafdrukken van dieren of microben, objecten bewaard in barnsteen, haar, versteend hout, olie, kolen en DNA-resten.

De studie en interpretatie van fossielen worden paleontologie genoemd en de wetenschappers die fossielen bestuderen, worden paleontologen genoemd.

Het bestuderen van fossielen helpt wetenschappers om meer te weten te komen over de geschiedenis van het leven op aarde.

Waar worden fossielen gevonden?

Fossielen worden over de hele wereld gevonden. De meeste fossielen worden gevonden in sedimentair gesteente zoals leisteen, kalksteen en zandsteen.

Hoe ontstaan fossielen?

Wanneer de mineralen levend materiaal in de dode plant of het dode dier vervangen, staat dit bekend als verstening. Hout en been zijn vaak versteend, en dat geldt ook voor veel fossielen van dinosauriƫrs.

Wanneer de celwanden in een organisme oplossen en worden vervangen door mineralen of de celruimten worden gevuld met mineralen - dit staat bekend als permineralisatie.

Wanneer het organische materiaal in modder wordt omhuld - dit proces staat bekend als internering

Wanneer planten en dieren vastzitten in de permafrost, staat dit proces bekend als koeling.

Soms worden insecten of kleine stukjes planten gevonden die in barnsteen zijn bewaard. Dit gebeurt wanneer dieren of planten vast komen te zitten in kleverige hars van bomen, die uiteindelijk uithardt tot barnsteen terwijl het organisme (plant of dier) er nog steeds in vastzit.

Soorten fossielen

Er zijn twee hoofdtypen fossielen:

Methoden voor het behoud van fossielen

Fossielen kunnen door verschillende processen worden bewaard.

Verstening - Wanneer het oorspronkelijke materiaal van het organisme wordt vervangen door mineralen, wordt de verstening genoemd verstening.

Permineralisatie - Wanneer gaten in het organische materiaal worden gevuld met mineralen, wordt de fossilisatie pre-mineralisatie genoemd.

Carbonisatie - Zachte weefsels kunnen worden bewaard als koolstoffilms. Dit proces wordt carbonisatie genoemd.

Mallen en afgietsels - Veel fossielen zijn mallen of afgietsels.

Waarom zijn de fossielen soms onvolledig?

Het fossielenbestand is om verschillende redenen onvolledig:

1. Veel organismen leven in omgevingen waar begraving en bewaring onwaarschijnlijk zijn. Fossielen vormen zich sneller wanneer organismen snel worden begraven.

2. Dieren met een zacht lichaam zonder harde delen bederven snel. Fossielen vormen zich eerder uit harde delen zoals botten, tanden en schelpen. Kwallen en soortgelijke organismen zijn moeilijk gefossiliseerd te vinden.

3. Verwering en erosie vernietigen veel rotsen met fossielen.

4. Fossielen komen vooral voor in sedimentgesteenten omdat deze rotsen zich vormen aan het aardoppervlak waar organismen leven.

Wat zijn Ichno-fossielen?

Ichno-fossielen zijn sporen van het oude leven die geen echte delen van het organisme zijn. Ze omvatten sporen, paden en holen.

Download Primer to continue