Waarom eet je eten?
Je eet voedsel om de voedingscomponenten ervan te verwerven. Verschillende voedingsmiddelen hebben verschillende voedingsstoffen. De voedingsstoffen die je lichaam in grote hoeveelheden gebruikt, worden macronutriënten genoemd. Je lichaam gebruikt deze voedingscomponenten voor energie en om lichaamssystemen en -structuur in stand te houden. Het is belangrijk op te merken dat een goed dieet bestaat uit voedingsmiddelen die verschillende macronutriënten bevatten. Je staat op het punt verschillende bronnen van deze macronutriënten te leren kennen en hoeveel je lichaam nodig heeft. Laten we gaan!
LEERDOELEN
Aan het einde van deze les zou je in staat moeten zijn om:
Macronutriënten zijn de voedingsstoffen die we in grotere hoeveelheden nodig hebben en die ons van energie voorzien: met andere woorden, vetten, eiwitten, koolhydraten. Macronutriënten zijn de hoekstenen van onze voeding.
Samen met energie hebben al deze macronutriënten een specifieke rol in je lichaam waardoor je goed kunt functioneren.
KOOLHYDRATEN
Alle koolhydraten worden uiteindelijk afgebroken tot glucose, de belangrijkste energiebron voor je lichaam. In feite hebben specifieke organen, zoals je hersenen, glucose nodig om goed te kunnen functioneren. Met behulp van gluconeogenese kun je uit eiwitten noodgedwongen glucose maken. Behalve dat het de belangrijkste energiebron is, zijn er koolhydraten die helpen bij het synthetiseren van specifieke aminozuren en zorgen voor een consistente stoelgang. Vezel is een soort koolhydraat dat niet kan worden afgebroken door uw maag-darmkanaal. Daarom geeft deze voedingsstof je geen energie, maar het helpt je lichaam afvalstoffen kwijt te raken en houdt je darmkanaal gezond.
Sommige koolhydraten worden als eenvoudig beschouwd en andere als complex.
EIWITTEN
Eiwitten zorgen ervoor dat uw lichaam kan groeien, weefsels kan opbouwen en herstellen en de vetvrije massa kan beschermen. Ze zijn samengesteld uit aminozuren. Aminozuren zijn bouwstenen van eiwitten en kunnen niet-essentieel en essentieel zijn. Essentiële aminozuren zijn nodig via de voeding, terwijl de niet-essentiële aminozuren door het lichaam worden gemaakt. Ze vormen delen van lichaamsstructuren zoals bindweefsel, huid, haar en spiervezels. In tegenstelling tot koolhydraten dienen eiwitten niet als directe energiebron, maar werken ze als bouwstenen voor andere structuren in het lichaam. De voedingswaarde van een eiwit wordt gemeten aan de hand van het aantal essentiële aminozuren dat het bevat, dat varieert afhankelijk van de voedselbron. Dierlijke producten bevatten alle essentiële aminozuren. Plantaardig eiwit mist meestal minstens één aminozuur, dus het eten van een combinatie van verschillende plantaardige eiwitten gedurende de dag is belangrijk voor vegetariërs en veganisten.
VETTEN
Het onderscheid tussen verzadigde en onverzadigde vetten is belangrijk omdat je lichaam alleen de laatste nodig heeft. Onverzadigde vetten reguleren het metabolisme, behouden de elasticiteit van celmembranen, verbeteren de bloedstroom en bevorderen celgroei en -regeneratie. Vetten zijn ook belangrijk bij het afleveren van in vet oplosbare vitamines A, D, E en K in het lichaam.
Je lichaam produceert zijn eigen cholesterol, maar een kleine hoeveelheid die via je dieet wordt binnengebracht, kan helpen celmembranen op te bouwen, hormonen zoals oestrogeen en testosteron te produceren, je metabolisme te laten werken, vitamine D te produceren en galzuren te produceren die helpen bij het verteren van vet en het opnemen van voedingsstoffen. Een cholesterolrijk dieet kan echter het risico op hartaandoeningen verhogen.
Er zijn drie soorten vet; transvet, verzadigd vet en onverzadigd vet.
Elke macronutriënt speelt een belangrijke rol in het lichaam. Je lichaam heeft elk van deze macronutriënten nodig om optimaal te kunnen presteren. Je lichaam heeft ook micronutriënten nodig om gezond te blijven. Ze bevatten vitamines en mineralen. Micronutriënten worden door het lichaam in kleinere hoeveelheden nodig.
